“Ik werd me langzaam bewust van de klimaatproblematiek toen mijn kinderen nog klein waren. Ik deed in die tijd werk als ambassadrice voor een stichting die armoede bestrijdt in Afrika en mocht reizen door Ghana. In de tijd dat ik daar was, zag ik dat er graan moest groeien uit grond zo hard als een houten tafel. Terug naar huis moest ik overstappen op London Heathrow. Ik werd daar zo overprikkeld in de hal vol met duty free, Dior, eten, koffie en kleding. Normaal was ik rustig door zoān vertrekhal gewandeld met mijn krantje onder de arm, maar nu was ik echt in shock: het verschil met de Afrikaanse hitte, stof en droogte kon bijna niet groter.
Eenmaal thuis vroeg ik mijn zoon wat hij op zijn boterham wilde: hagelslag of pindakaas of kaas of worst of appelstroop of … Ik kon niet stoppen met dingen noemen, omdat ik wist dat het in mijn keuken lag en als het daar niet lag ik wel even naar de supermarkt aan de overkant kon om het te halen. Vanaf dat moment ben ik me echt gaan afvragen in wat voor wereld jongeren nu opgroeien. Dat gaat ook sneller als je kinderen hebt, denk ik. Ik ben toen gaan nadenken over hoe ik dit anders zou kunnen doen met hen.
In die tijd was er nog niet echt hippe vintage en de beschikbare tweedehands kleding vond ik een beetje sneu. Toen ik niet wist hoe ik het allemaal duurzamer moest doen, heb ik het een beetje voor me uitgeschoven en me er vooral in stilte over opgewonden. Totdat ik de website overstroomik.nl ontdekte en ik weer verder ging met onderzoeken. Wanneer je eenmaal iets hebt ontdekt, ga je steeds meer lezen. Ook ging ik documentaires kijken.”
“Mijn zoon keek de documentaire Cowspiracy met me mee en vroeg: āmama, ik kan mijn leven toch wel afmaken?ā Dat vond ik zo erg.”
“Mijn zoon keek de documentaire Cowspiracy met me mee en vroeg: āmama, ik kan mijn leven toch wel afmaken?ā Dat vond ik zo erg. Niet veel later keken we samen Life on Our Planet van David Attenborough, waarvan ik dacht dat het een onschuldige natuurfilm was. Toen zei hij: ānu weet ik zeker dat het niet gaat lukken.ā Paniek heb ik nooit, maar ik ben wel heel erg kwaad. Ik vind het zo onrechtvaardig en zo dom en zelfzuchtig om niks te doen. Ik bedoel: ik heb al een mooie leeftijd mogen bereiken en veel kunnen doen in mijn leven, maar mijn jongens moeten nog aan hun leven beginnen.
Inmiddels rijden we thuis in een elektrische auto en zijn daar ook al mee op vakantie geweest. Dat was vrij rampzalig. Met een volle accu kwamen we maar 150 kilometer ver en in heel Frankrijk zijn er maar drie laadpalen. We gingen ook nog eens bergopwaarts, dus dat was heel ingewikkeld. Hier moeten wij dus een alternatief voor verzinnen. Tegenwoordig zijn er hele leuke elektrische campers te huren bij Leavv, waarmee je 200 kilometer per dag kunt rijden en je je dus daaraan moet aanpassen. Wel is ieder voertuig op benzine inwisselen voor een elektrische ook geen alternatief, want de grondstoffen die nodig zijn voor die accuās putten de aarde ook uit. Minderen is toch echt de oplossing.”
“Mijn generatie is overal heen gevlogen en weer terug. En een week later weer. Onze kinderen zullen dat niet meer kunnen, maar de generatie voor de onze deed dit ook niet. Is dat zo erg?”
“Toen we niet konden reizen in de tijd van coronarestricties, dacht ik: misschien gaan we wel toe naar een tijd dat we maar eens in de vijf jaar gaan reizen, en dan met de trein. Hoe leuk gaan die vakanties dan wel niet worden? Dan wordt het als vroeger en kun je je echt weer verheugen. Mijn generatie is overal heen gevlogen en weer terug. En een week later weer. Onze kinderen zullen dat niet meer kunnen, maar de generatie voor de onze deed dit ook niet. Is dat zo erg?
Het feit dat ik plantaardig ben gaan eten heeft me veel gebracht. Ik zit beter in mijn vel sinds ik gestopt ben met het eten van dierlijke producten, dus dat is voor mij geen grote moeite. Minder spullen en kleding kopen vind ik wel lastig, merk ik, dus ik probeer dan ieder geval mijn geld uit te geven bij duurzame winkels. Wat ik koop wordt wel echt steeds minder. Laatst moest ik voor een klus weer tien setjes kleding hebben, die ik allemaal uit mijn kast bij elkaar heb gezocht. Dat gaf me eigenlijk ook een heel bevredigend gevoel.
Op de set zou ik willen voorstellen om geen vlees meer aan te bieden. De catering is tegenwoordig zo goed. En geen big deal van maken en als je toch vlees wil, dan neem je het zelf maar mee. Er is ook vaker geen of minder alcohol bij de wrap en dat is ook een prima ontwikkeling. Dingen zoals dit zijn lang normaal geweest, maar nu het er niet meer is denk ik: wat raar eigenlijk dat het ooit de norm was.”
“Kleine, individuele acties op de set zijn goed, maar ze moeten wel ondersteund worden door de productie.”
“Kleine, individuele acties op de set zijn goed, maar ze moeten wel ondersteund worden door de productie. Ik ben overigens nog nooit op een set geweest waar ik het gevoel had dat er vreselijk vervuilend werd gedraaid. Filmproductie is al heel erg efficiĆ«nt, heb ik het idee, maar misschien weet ik er ook te weinig van af. Ik maak er dan nu ook nog niet echt een punt van, juist omdat ik de alternatieven niet ken. Binnen mijn vakgebied blijft het een beetje hangen in de kleding en make up.
Het zou wel fijn zijn als meer kennis gedeeld kan worden en we duurzame opties zouden gaan uitproberen. Naar mijn voorstellingen in het theater ga ik bijvoorbeeld meestal heen met de trein en terug met een gedeelde bus. Of ik een klus in het buitenland ervoor zou laten is niet aan de orde, dus daar heb nog nooit serieus over na hoeven denken. Maar ik kan me voorstellen dat als ik er met de trein heen zou kunnen, ik dat wel zou doen als ik een dag eerder kan vertrekken. Die bereidwilligheid is er zeker.”
“Het is gĆŖnant dat kinderen zich zorgen maken over dingen die wij voor ze zouden moeten regelen. De feiten zijn duidelijk en het duurt te lang.”
“Waar ik met name nu zelf behoefte aan heb zijn bewustere en groenere verhalen en die zou ik ook best graag willen regisseren. We kunnen een grote groep bereiken met deze verhalen, ook op een geestige manier! Hierdoor zullen duurzame keuzes ook sneller de norm worden. Ik noem mezelf inmiddels wel een activist; ik heb een keer gespeecht op de Dam en twee keer meegedaan met de blokkades van XR. Het is gĆŖnant dat kinderen zich zorgen maken over dingen die wij voor ze zouden moeten regelen. De feiten zijn duidelijk en het duurt te lang. Ik schaam me daar soms echt voor en zou me er nog veel meer voor willen uitspreken, ook met het gevaar dat daar veel commentaar op komt: āoh daar heb je weer zoān acteur die zich heeft aangesloten bij XR, want dat is hip.ā
Mijn zoon is inmiddels een echte puber die mij vooral provoceert als het gaat over natuur en klimaat. Pas hadden ze schaduwverkiezingen op school en toen bleek het overgrote deel van de klas GroenLinks gestemd te hebben. Dan is hij toch blij.”