“Het moment dat ik besefte dat we met zān allen op ramkoers liggen is al lang geleden, misschien zelfs al voordat ik kinderen kreeg. Ik wist lange tijd niet eens zeker of ik kinderen wilde. Ik ben gevoelig voor slecht nieuws. Hierdoor ben ik me er al een jaar of twintig van bewust dat we de wereld aan het kaalplukken zijn. Ik heb nooit heel extravagant geleefd als in Drie keer per jaar met het vliegtuig op reis gaan of in benzine slurpende autoās rondrijden. Hoe we omgaan met de wereld is dus al een groot onderdeel van mijn denken.”
“om echt iets gedaan te krijgen moet er een collectieve gedragsverandering gaan ontstaan.”
“Zo probeer ik keuzes te maken die ervoor zorgen dat de impact beperkt blijft. Als je als individu besluit bepaalde dingen niet te doen heeft dat feitelijk niet direct een groot effect. Dat neemt niet weg dat je verantwoordelijkheid moet nemen, want als iedereen zo denkt, gebeurt er sowieso nooit iets. Maar: om echt iets gedaan te krijgen moet er een collectieve gedragsverandering gaan ontstaan.
Mensen zijn heel goed in staat om vervuilende handelingen recht te praten. Dat doe ik natuurlijk ook. Uiteindelijk kies je soms voor je eigen comfort, voor je eigen veiligheid of voor het belang van je gezin. Dat zit ook in de mens, we zijn geneigd ons eigen domein te beschermen en alles veilig te stellen. Indirect gaat dat vaak ten koste van klimaat, natuur en milieu. Als er op een plek heel veel geld wordt verdiend leggen mensen er op een andere plek op toe. Dit drukt zich misschien niet altijd uit in geld, maar bijvoorbeeld wel in klimaatschade. We leven in een hele competitieve maatschappij waarbij welvaart vergaren als het hoogste doel wordt gezien. Daarbij willen we graag onze eigen welvaart doorgeven aan onze kinderen. Ook ik vind het daardoor lastig om dingen op te geven, maar ik denk dat dit onvermijdelijk is. Al is het maar om ervoor te zorgen dat de ongelijkheid in de wereld minder wordt.
Ik vind het steeds pijnlijker worden om dingen te doen waarvan ik weet dat ze niet duurzaam zijn. Zo ben ik onlangs met het vliegtuig op vakantie geweest. We gaan sporadisch met het vliegtuig, maar nu knaagt het toch aan mijn geweten. Ik weet dat we dit niet meer zouden moeten doen, maar dan maak ik de vergelijking met mensen die zes keer per jaar in het vliegtuig stappen en dan denk ik: waarom mag ik niet een keer met mijn gezin met het vliegtuig op vakantie? En zo weet ik het voor mijzelf weer goed te praten. Het vereist de nodige discipline om het juiste te doen.
Waar ik erg op let is om geen troep te kopen. Ik word doodongelukkig van winkels als Action of Xenos, waar containers vol rotzooi worden verkocht. Als ik iets koop moet het lang mee kunnen gaan. Ik betaal liever iets meer voor een product dat duurzaam is. Ik begrijp daarbij goed dat dit niet voor iedereen weggelegd is. Veel van onze keuzes zijn financieel gedreven en niet duurzame producten liggen meestal voor de laagste prijs in de winkel. Minder zooi in huis halen is al een goede eerste stap.”
“De mens is een veelvraat geworden. We zoeken een constante prikkel buiten onszelf, terwijl het geluk en plezier ook dicht bij jezelf te vinden is. Soms moet je daar wat harder voor werken of meer moeite voor doen.”
“De Coronaperiode en de lockdown hebben bij mijn gezin geleid tot het besef dat wij ons plezier niet halen uit externe dingen, maar uit samenzijn. Geluk is iets wat uit jezelf moet komen en niet gevoed wordt door spullen of door bijvoorbeeld een reis. Natuurlijk is het fantastisch om een mooie reis te maken, maar wij hebben het, geloof ik, niet nodig om gelukkig te zijn. De mens is een veelvraat geworden. We zoeken een constante prikkel buiten onszelf, terwijl het geluk en plezier ook dicht bij jezelf te vinden is. Soms moet je daar wat harder voor werken of meer moeite voor doen.
Ik ben voorstander van een persoonsgebonden CO2-budget waarbij grootverbruikers ook significant harder worden geraakt. Mensen met (veel) vermogen creĆ«ren voor zichzelf vaak een uitzonderingspositie. Als ik met mensen praat die vermogend zijn dan weten die dondersgoed wat er in de wereld aan de hand is en hebben ze er ook vaak hele progressieve ideeĆ«n over. Maar als het om henzelf gaat dan vinden ze het nog wel okĆ© om die verre reizen te maken. Ik kan me voorstellen dat een CO2-budget een middel kan zijn om ons consumptiegedrag te sturen. Uit ervaring weet ik dat financiĆ«le prikkels kunnen helpen bij gedragsverandering.”
“Om verandering voor elkaar te krijgen is een positieve financiĆ«le prikkel superbelangrijk. Ā Je moet bedrijven echt belonen voor positief gedrag.”
“Door het stijgen van de energieprijzen zijn we afgelopen jaar binnen Storm met onze neus op de feiten gedrukt. Voorheen waren wij helemaal niet zo bezig met ons energieverbruik. Het hebben van een contract voor groene stroom leek ons wel voldoende. Totdat onze energierekening opeens vier keer over de kop ging. We begonnen onszelf toen wel kritische vragen te stellen over ons energieverbruik en hoe we met Storm kunnen verduurzamen. Onze ICT-manager is door ons bedrijf gegaan en heeft het energieverbruik op alle fronten met een vergrootglas in kaart gebracht: elke computer, server, airco en elk apparaat met een stekker eraan.
Vervolgens zijn we gaan bekijken hoe we ons verbruik konden minimaliseren. Daar hebben we behoorlijk wat op kunnen winnen. ās Nachts renderen is bijvoorbeeld goedkoper door het lagere stroomtarief en zorgt er zo ook voor dat er minder koeling nodig is, omdat er minder computers aanstaan. De energie slurpende airco kan dus lager. Een artikel over de koeling bij datacenters leerde mij dat de temperatuur op veel serverslocaties onnodig laag stond. Computer hardware die tegenwoordig wordt gebruikt kan meer hitte verdragen. We hebben daarop de temperatuurwaardes in onze serverruimtes aangepast met een aardige besparing op aircogebruik als gevolg en een dus aanzienlijk lagere CO2-uitstoot.
Naast het belasten van schadelijk gedrag, helpt het ook om goed gedrag te belonen. Onze overheid kan hier een grote rol in spelen. Veel MKB-bedrijven willen verduurzamen. Om verandering voor elkaar te krijgen is een positieve financiĆ«le prikkel superbelangrijk. Je moet bedrijven echt belonen voor positief gedrag.”
“De tabaks- en drankindustrie hebben laten zien dat film een fantastisch medium is om mensen onbewust te beĆÆnvloeden. Laten we van dat mechanisme gebruik maken. Ik denk dat daar de sleutel zit.”
“Wat we als film- en tv-industrie kunnen doen om verder te verduurzamen is met zān allen minder gaan maken met hogere budgetten. Een hoger budget betekent meer tijd en aandacht voor het maakproces en uiteindelijk ook hogere kwaliteit. De hele sector zal erop vooruitgaan als er meer financiĆ«le middelen beschikbaar komen. Daarmee kunnen we het productieproces structureel verduurzamen. Daarnaast denk ik dat we film en tv uitstekend kunnen gebruiken om gedrag positief te beĆÆnvloeden. De tabaks- en drankindustrie hebben laten zien dat film een fantastisch medium is om mensen onbewust te beĆÆnvloeden. Laten we van dat mechanisme gebruik maken. Ik denk dat daar de sleutel zit.
Storm zou nog meer kunnen verduurzamen. Neem bijvoorbeeld het renderen van een film of een aflevering: dat kost energie. Producenten staan daar vaak niet bij stil. Dus op het moment dat een film of een serie op slot gaat en hij wordt daarna nog drie keer opengebroken, betekent dat dezelfde handeling drie keer opnieuw moet worden uitgevoerd. Dat kost best wel veel stroom. Een producent ziet dat niet echt terug, behalve misschien op de rekening.”
“Vroeg overleg leidt ertoe dat een productie rijker wordt met de beschikbare middelen. āWeāll fix it in postā is eigenlijk niet meer van deze tijd!”
“Als een producent meer tijd zouden hebben om betrokken te zijn bij de postproductie, denk ik dat er uiteindelijk minder onnodige handelingen worden verricht. Ook het nauwkeuriger bekijken van de dagelijkse rushes of tussentijdse montages kan ertoe leiden dat een scĆØne eerder wordt overgedraaid, zodat er in post minder āgefixtā hoeft te worden. We besteden bij Storm onze tijd en energie liever aan creatief VFX-werk.
Ook eerder in gesprek gaan met een VFX-studio kan ook zeker bijdragen aan het verduurzamen van een productie. Als er in de ontwikkel- en scenariofase al wordt gesproken met VFX-supervisors komen er geregeld slimme oplossingen op tafel die vaak ook beter uitvoerbaar zijn dan wanneer het gesprek pas wordt gevoerd als de film of serie al volop in productie is. Er wordt dan geregeld tijd besteed aan het oplossen van zaken die gemakkelijk voorkomen hadden kunnen worden.
Ook creatief gezien is een vroege verkenning van de VFX bij een film of serie nuttig en leuk. We zien dit gelukkig ook steeds vaker gebeuren. Zo wordt er tijdens de preproductie overlegd tussen scenario, regie, production design en VFX. Vroeg overleg leidt ertoe dat een productie rijker wordt met de beschikbare middelen. āWeāll fix it in postā is eigenlijk niet meer van deze tijd!”
“We zullen met zān allen kritisch moeten blijven kijken naar nut en noodzaak.”
“Er zijn veel innovaties gaande in de postproductie. Inmiddels is virtual production niet meer weg te denken en wordt AI al geregeld ingezet bij VFX. Al staat AI nog in de kinderschoenen en kan niemand goed voorspellen wat de impact gaat zijn op het (post)productie traject. Wel staat vast dat AI voor een gigantische toename van energieverbruik gaat zorgen. We moeten met zān allen afvragen hoe wenselijk dat is. Als de ene oplossing elders voor een probleem zorgt, zijn we niet goed bezig. We zullen met zān allen kritisch moeten blijven kijken naar nut en noodzaak.”